Gezinsmoment – Hoe weet je of je naar de hemel gaat

Klik hier om te downloaden en printen

Lezen

  • Handelingen 16:26-36

Doel

  • Kinderen leren wat de sleutel voor de hemel is

Opdrachten

  1. Zorg ervoor dat je een los (hang)slot hebt met passende sleutel en andere sleutels die niet passen. Kinderen krijgen om de beurt de kans om zo snel mogelijk de goede sleutel te vinden die past. De kinderen die nog niet geweest zijn moeten even in een andere ruimte. Wie heeft als eerste/snelste de goede sleutel gevonden. Zorg er wel voor dat de sleutels op elkaar lijken. Dit kan vb. door alle bovenkanten van de sleutels met Ducttape af te plakken waardoor de goede sleutel niet makkelijk te zien is. De les is natuurlijk dat er maar 1 sleutel past. Je kunt maar met 1 sleutel het slot open krijgen
  2. Lees Handelingen 16:26-36 over de stokbewaarder die vraagt ‘Wat moet ik doen om zalig te worden’? Deze vraag is niet helemaal hetzelfde als de vraag ‘Hoe weet je of je naar de hemel gaat’? maar komt er wel bij in de buurt. Als je namelijk zalig/gered/behouden bent ga je immers ook naar de hemel (als Jezus nog niet is terug gekomen). Probeer vooral in te gaan op het punt dat er maar 1 manier is om gered/zalig te worden: geloof in de Heere Jezus Christus. Dat is de sleutel voor de hemel. Als er voldoende aandacht is, kun je ook ingaan op geloof. Wat is geloof? Hoe kun je geloven? Enz.
  3. Geef de kinderen een snoepsleutel. Dit is een mooie herinnering aan het verhaal en tevens een heerlijke lekkernij 🙂