Gezinsmoment – Vaderdag

Klik hier om te downloaden en printen

Lezen

  • Johannes 5: 17-22 of
  • Johannes 5:17-37

Doel

  • Kinderen zien dat God ook Vader is
  • Kinderen leren overeenkomsten en verschillen tussen God de Vader en hun eigen vader
  • Kinderen hebben zicht op sterke en zwakke punten van hun vader

Opdrachten

  1. Afhankelijk van de leeftijd en leessnelheid krijgt het kind de opdracht om een gedeelte uit Johannes 5 te lezen. Tijdens het lezen moeten ze tellen hoe vaak God hier als Vader wordt genoemd. Als je met twee kinderen bent kun je 1 kind opdracht 1 laten doen en een ander kind opdracht 2 waarna je wisselt. Daarna kun je mogelijk wat vragen stellen. Vb.
    1. Waarom noemt Jezus God Zijn Vader?
    2. Wat betekent het dat God een Vader is?
    3. Wat vindt je belangrijk aan een vader?
    4. Wat zou je zelf later als vader voor je kinderen doen?
  2. Pak een pen en papier. Laat de kinderen zoveel mogelijk sterke en mooie punten van hun vader (als ze die hebben) noemen. Daarna ook punten die ze vinden dat hun vader beter zou moeten doen of moet veranderen. Extra optie: Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen God de Vader en hun vader
  3. Bouw je vader op ware grootte. Laat de kinderen met elkaar hun vader nabouwen met speelgoedmateriaal zoals duplo, kapla, hout, karton enz. Ze moeten van te voren inschatten hoe groot hun vader is en op grond daarvan een vaderfiguur bouwen. Daarna de hoogte controleren. Dit is ook een hele mooie oefening voor de kinderen om samen te werken.